Wanneer ben je eigenlijk oud?

Laten we beginnen met een gedicht

Laat het stil zijn 
in en om mij heen

Ik ben de vondeling
die zichzelf moest zien te vinden: 
‘n Heel karwei

Nu tekent de tijd
de omtrek van een mens
in mij

Nu, pas nu
want al die jaren
heb ik op háár
verstild kompas gevaren

Maria van der Steen

Uit: Op weg naar het onbekende ( Uitgeverij Sara, 1986).

Wanneer ben je eigenlijk oud?

Je wordt in ieder geval niet oud geboren, dat is zeker. We blijven graag jong en dat willen we zo lang mogelijk laten zien. Ook al kennen we de uitdrukking het leven begint bij veertig, de leesbril is dan vaak toch onvermijdelijk. Als je 55-plus bent, begin je langzaamaan bij de ouderen te horen, zegt men. Veel gepensioneerden beginnen aan een nieuwe fase, waarin reizen en nieuwe uitdagingen geen uitzonderingen zijn.

De Fransen noemen deze periode le troisième âge. Na de jeugd en het volle leven van de volwassenheid komt nog het dessert van het leven, de derde levensfase. De activiteiten van en voor ouderen zijn in deze levensperiode talrijk. Ook de commercie speelt er graag op in door speciale ouderenreizen, vaak met veel cultuur en kunst. Een hausse van magazines voor deze doelgroep overspoelt de markt.

De boventoon die uit al deze activiteiten klinkt, is vaak het Zwitserleven gevoel (naar aanleiding van TV spots waarbij ouderen in goede doen verkeren dankzij een prima pensioen) en daar is op zich niets mis mee, want het is immers prachtig dat zoveel ouderen van het leven kunnen genieten en zich nog vele jaren met plezierige, maar ook zinvolle activiteiten kunnen bezighouden.

Kwaliteitszorg

Tijdens deze derde tijdspanne vindt vroeg of laat echter ook het afscheid plaats. Veelal zijn het kleine stappen die het proces van ouder worden zichtbaar maken. Soms laat het afscheid nog lang op zich wachten of dient het zich lang van tevoren aan, zoals bij een slopende ziekte. Dan is ook het moment aangebroken van bijzondere (mantel)zorg en ondersteuning. De ouderenzorg moderniseert om te kunnen inspelen op de veranderende behoeften. Aandacht voor kwaliteitszorg is daarbij een belangrijk uitgangspunt, niet alleen voor het fysieke welzijn, maar ook voor de bovenfysieke zorg.

Deze gedachten klinken bijna als een illusie in een tijd waarin bezuinigingen en afbraak van kwaliteitszorg velen van ons grote zorgen baren. Toch wordt er binnen deze sector met grote betrokkenheid gewerkt aan een zorgvuldige aanpak. Dat betekent dat er wordt nagedacht over  hoe kwaliteitszorg er zou moeten uitzien. Daarbij staat de vraaggestuurde zorg centraal, dat is het kunnen ingaan op wensen en aandacht voor de karakteristieke behoeften van ouderen. Het doel hierbij is deze visie om te smeden tot beleid en relevante methodieken.

Levensvragen

De conclusie van bovenstaande overweging is dat in de zorgverlening degene die zorg nodig heeft als subject recht gedaan zou moeten worden en niet als object van zorg moet worden gezien. Belangrijk uitgangspunt is dat de mens subject is van de eigen levensgeschiedenis. Dat blijft, ook wanneer zorg nodig is. Een van die karakteristieke, maar zeker voor de laatste levensfase relevante behoeften is dat men de levensbalans wil opmaken.

Door regelmatig terug te kijken, kan de oudere belangrijke vragen beantwoorden als:
Wie ben ik?
Was het allemaal de moeite waard?
Kan ik mooie én moeilijke ervaringen een plaats geven?
Wie waren en zijn nu belangrijk voor mij?

Op allerlei manieren stellen ouderen zichzelf de vraag waarvoor zij hebben geleefd, nu nog leven en bij wie zij horen. Zij hebben er behoefte aan daarover in gesprek te raken en er aandacht aan te geven. Hoe ouder de mens wordt, des te sterker wordt ook de behoefte om terug te blikken en de balans op te maken. De oudere is in essentie nog alles wat hij of zij geweest is, gedaan heeft en meegemaakt. Hoe korter men nog heeft te leven, des te meer wordt de vraag naar de identiteit beantwoord door de herinnering aan wat is geweest.

Levensloopprojecten

Vanuit de Vereniging van Geestelijk Verzorgers in de Ouderenzorg (VGVO) komt onder meer bovenstaande stimulans om het vervormde of versmalde beeld dat nog te veel zorgverleners hebben van ouderen positief te veranderen. In samenwerking met Prisma Brabant en Christelijke Vereniging van Zorginstellingen ontstond een aantal levensloopprojecten rond de thema’s werken met levensboeken en het opmaken van de levensbalans. Enkele details van activiteiten die de laatste jaren zijn ontstaan:

Het opzetten van een reminiscentiegroep
Deelnemers vertellen elkaar herinneringen en verhalen, daarbij geholpen door voorwerpen van vroeger en door zintuiglijke oefeningen zoals het luisteren naar muziek. Er zijn instellingen die zelfs een reminiscentiekamer hebben ingericht.

–  Een cursus levensoriëntatie
Ouderen kunnen worden uitgenodigd deel te nemen aan een cursus levensoriëntatie, waarin gesproken wordt over de rode draden in het eigen leven. Doel is niet alleen terugkijken, maar met name ook de vraag wat je wilt oppakken en nog wilt gaan doen. Het perspectief is toekomstgericht. Zo’n cursus is een voorbeeld van het opmaken van een tussenbalans.

Het voorlezen en vertellen van verhalen en sprookjes
Het samen zingen van liedjes van vroeger en de verbindingen die kunnen worden gelegd met de eigen levensgeschiedenis.

Het opmaken van de levensbalans

‘Het opmaken van de levensbalans’ is een bijzonder project. Door terugkijken en bezinning op het leven kan acceptatie van het geleefde leven tot stand komen. Terugkijken hoe het leven was en uiteindelijk nu is geworden, kan helpen om de ‘puzzelstukjes van het leven’ tot een geheel te maken. Essentiële elementen zijn daarbij aan de orde. Er komen vragen naar boven over ‘de vruchten van het leven’. Wat is er allemaal geweest? Schuld en verzoening kunnen thema’s zijn die nog een plek moeten krijgen. De ontmoetingen met mensen waaraan men met dankbaarheid en vriendschap terugdenkt en de ontmoetingen met mensen met wie men nog iets wil goedmaken.

Ook het leren accepteren dat een aantal zaken, dat men nog wilde doen, niet meer mogelijk is. Het vinden van vrede met wat er is geweest en het naderende einde leren aanvaarden. Soms komen mensen, in overleg met anderen, tot vormgeving van de eigen uitvaart. Dit opmaken van de levensbalans blijkt van grote invloed te zijn bij het kunnen loslaten van het leven.

Terugblik op het leven

Zo kan het terugblikken op het (voorbije) leven, met de warme belangstelling en veiligheid van een derde, zo is gebleken, voor de meeste mensen in een laatste fase een voorwaarde te zijn om tot loslaten van het leven te kunnen komen. De geestelijk verzorger, maar ook andere medewerkers kunnen ondersteuning geven bij het opmaken van de levensbalans. Enige scholing is daarvoor noodzakelijk. Verschillende methoden zijn ontwikkeld om deze begeleiding te kunnen geven.

Een brief, geschreven door een vrouw aan de verzorging

Kijk naar mij!

Een kribbige oude vrouw, niet meer bij de tijd?
Een beetje onzeker, met starende ogen? Een oude vrouw die met het eten knoeit en soms geen antwoord geeft?
Die zonder tegenstribbelen laat doen wat jij wilt, die met wassen en eten de lange dagen laat vullen?

Luister naar me, doe dan je ogen eens open.
Je kijkt zelfs niet eens naar me.
Ik wil je duidelijk maken, wie ik ben, zoals ik hier lig.
Ik plas en eet wanneer jullie het goed uitkomt.
Maar luister naar me!

Ik ben een meisje van tien met een vader en een moeder, met broers en zusters die van elkaar houden.
Ik ben een bruis van twintig en mijn hart springt weer op als ik denk aan de belofte die ik deed.
Vijfentwintig ben ik en heb zelf kinderen, die me nodig hebben om in een veilig en gelukkig huis te wonen.
Een vrouw van dertig ben ik en mijn kinderen worden snel groot.

Veertig ben ik, mijn zoons zijn volwassen geworden en hebben het huis verlaten, maar mijn man is bij me om te zorgen dat ik niet treur.
Vijftig ben ik en weer spelen er kinderen op mijn knie. “

Dan komen er donkere dagen: mijn man sterft.
Ik kijk naar de toekomst en huiver van angst, want mijn kinderen hebben hun eigen gezin en ik ben veel alleen.
Ik denk aan de jaren dat ik omgeven was door liefde.
Nu ben ik een oude vrouw.
De tijd is wreed: is het een streek van de tijd die ervoor zorgt dat je er als oude volwassene uitziet als een oude dwaas?
Mijn lichaam kwijnt weg, gratie en kracht hebben mij verlaten.

Soms voel ik een steen op de plaats waar toch mijn hart moet zitten.
Soms klopt mijn oude hart wat sneller.
Ik leef mijn leven opnieuw en ik herinner me de vreugde en de pijn.
Ik denk aan al die jaren die te snel voorbij vlogen.
Doe je ogen open en kijk eens goed naar mij.
En weet dat in dit oude lichaam nog steeds dat lieve kleine meisje leeft.

 

In Balans. Aandacht voor levensverhalen en levensbalans in de ouderenzorg.
Christelijke Vereniging van Zorginstellingen (CVZ) en Prisma Brabant, Tilburg.
Partner in welzijn en educatie, 2000

Uit: Biografisch leren en werken, het leven in kaart brengen Gabriël Prinsenberg Uitgeverij
SWP Amsterdam

1 thought on “Wanneer ben je eigenlijk oud?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*