Omgaan met contingentie

Van  de vele ervaringen die we dagelijks beleven is een confrontatie met contingentie wel een van de meest ingrijpende, omdat het alle grond onder het bestaan vandaan haalt. Contingentie betekent: wat er is, kan er evengoed niet zijn, het is niet noodzakelijk. Dat je er bent is toevallig, je bent er per ongeluk en dat vinden we moeilijk te verdragen. Contingentie heet wel het hart der duisternis. Voor iemand die betekenis zoekt, betekent het de afgrond, het absurde, het einde. In het zoeken naar zin en zingeving kun je ontdekken dat het wezenlijke verscholen ligt in contingentie als het volstrekt grondeloze. Er bestaat niets noodzakelijks dat het bestaan kan verklaren. Albert Camus noemt dat de absurditeit en bij sommige dichters heet het de waanzin van het bestaan. Contingentie is een product, een gevolg van ons bewustzijn, ons  denken en ons menselijk doen en laten. Het kan alles grondeloos en zinloos maken. Voor zover we weten hebben dieren en andere levende wezens geen last van contingentie. Zij lijken niet zwaar te tillen aan de toevalligheid van hun bestaan en vertonen geen verschijnselen van uitzichtloosheid en depressiviteit. Volgens Jean Paul Sartre vormen mensen ‘het zijn’ waardoor het niets in de wereld is gekomen. Wegzinken in het niets is uiteindelijk het lot dat ons allen te wachten staat.

Een van de manieren van omgaan met contingentie is deze te ontkennen. Dat kan gebeuren door aan te nemen dat ons bestaan wel degelijk noodzakelijk is en zeker niet toevallig. Zij die geloven, zijn in Gods hand en hoeven het niets niet in de ogen te kijken. Het is ook mogelijk te doen of zoiets als contingentie niet bestaat. Je moet het leven niet zo ingewikkeld benaderen, je niet met de diepten en afgronden van het bewustzijn bezighouden maar volstaan met de gedachte dat je er bent en van het leven iets moet zien te maken.

‘De pijn die ik na de moord voelde, dwong mij creatief te zijn, zei Gabriella in de NRC.’ Het is pijn, ellende, doodsbedreiging en mislukking waar we gemakkelijk aan onderdoor gaan, maar die ons juist ook tot geweldige creaties en prestaties kunnen brengen. Mystici schrijven over de donkere nacht die hen naar een verlichte wereld brengt. Wie het lijden en de angst voor de dood weet te verdragen en te overwinnen, verkrijgt heerschappij over het leven en verdient navolging van medemensen, zoals het sjamanisme, de oude Griekse leer van Dionysos en het vroege christendom leerden. Iedere Goede Vrijdag kan tot Verrijzenis en Opstanding leiden.

Vooral door contingentie te erkennen en onder ogen te zien, kan er een levenskracht ontstaan die deze het hoofd weet te bieden. Op de zwarte grond van vergane bladeren en planten groeien de mooiste bloemen, leert ons de natuur. Volgens menig auteur zijn veel indringende ervaringen van contingentie in de kunst te vinden, in de poëzie, de muziek, de schilder- en filmkunst, en dat veel kunstenaars juist door hun confrontatie met de afgrond van het niets tot hoogtepunten van menselijk handelen komen. Muziek kan een ontroerende vreugde teweegbrengen die uit het niets ontstaat en er weer in verdwijnt. Kunst spiegelt niet alleen de bestaande orde, maar schept een nieuwe orde uit de wanhoop van het niets die in het bestaande verborgen ligt. Veel kunstenaars weten diep van binnen dat de contingente afgrond hen bedreigt, met name als de creativiteit verdampt of als het eigen werk hun plots als onbetekenend, niets voorstellend en nietszeggend voorkomt. Hun creatie komt eruit voort. Ze ervaren het triomfantelijke gevoel van hun schepping, van iets geweldigs tot stand gebracht te hebben, maar tegelijk kennen ze de verschrikkingen van het aangeraakt worden door wat zinloos en vruchteloos is.

Rüdiger  Safranski (in Het Kwaad) schrijft dat verbeeldingskracht het grootste wapen vormt om contingentie het hoofd te bieden. Daarmee doelt hij op de verbeelding die zijn kracht ontleent uit ervaring of bewustwording van zinloze toevalligheid, van de donkere nacht of het volslagen ontbreken van iedere vorm van verbeelding. Het ene uiterste roept het andere op. Verbeelding creëert kunst, schept een nieuwe wereld en doet mensen boven zichzelf uitstijgen. Verbeeldingskracht weet de bakens te verzetten. Je kunt het ook scheppingskracht noemen. Dat verwijst naar de creatio ex nihilo, schepping uit het niets, als goddelijke eigenschap. In de Bijbel schiep God de wereld uit het niets. De mens doet God na, treedt in zijn plaats, en heeft ook de majesteitelijke power om het vernietigende niets onder ogen te zien en met contingentie om te gaan. Dat geldt niet alleen bij kunst maar ook bij religie en wetenschap. Op veel levensgebieden zorgt scheppingskracht ervoor om vanuit de afgrond van het ‘contingente niets’ grootse creaties tevoorschijn te halen. Kunst en religie liggen wat betreft scheppingskracht bovendien nauw in elkaar vervlochten. Volgens Safranski zijn beide producten van verbeeldingskracht en komt de symbiose van kunst en religie beide ten goede, omdat de religie als kunst de leer en het dogma emancipeert tot een openbaring van het hart, en de kunst als religie het gecreëerde een soort bovennatuurlijke of transcendente glans geeft.

Verbeeldingskracht of scheppingskracht kent de contingente afgrond maar weet juist vandaaruit creaties tot stand te brengen. Soms krijg je de indruk dat hoe dieper de afgrond is hoe grootser de creatie. Misschien kenmerkt dit de ware kunst en religie. Sommige kunstenaars en verschillende godsdiensten en religies willen alleen de schittering van het geschapene benadrukken en mensen de ondoorgrondelijkheid en de afgrond besparen. Dat is nep en lijkt afbreuk te doen aan de creatie en verbeelding.

Op veel gebieden en in talrijke situaties worden we geconfronteerd met een contingentie die met scheppingskracht en verbeeldingskracht is te doorstaan en te overwinnen. In de wetenschap ligt prestatie naast mislukking, kan men jaren bezigzijn met onderzoek, de zinloosheid ervan soms dagelijks ervaren en toch de mening, het ideaal en de verbeelding hebben te werken aan de mogelijkheid de mensheid een grote dienst te bewijzen. Studeren en leren betekenen nederlagen durven lijden en tegenslagen incasseren. Iets niet meteen kunnen begrijpen vormt de basis voor begrip.

En wat te denken van de sport waar overwinning en verlies, triomf en mislukking, wel heel dicht bij elkaar liggen. Wie de nederlaag, de blessure, de onmacht, het nutteloze ervan niet onder ogen wil zien, mist ook het genoegen van de sportervaring. In topsport kan de pijn en de zinloosheid van dagen, weken, maanden en jaren trainen zin krijgen door de ongelooflijke kracht die mensen in zich dragen en die een verbeeld zicht op eeuwige roem en glorie creëert.

De ondoorgrondelijkheid, de tijdelijkheid, de nietigheid en nietsheid van de wereld niet willen zien, kan betekenen dat – als iets ervan zich toch openbaart (wat bijna altijd wel een keer gebeurt) – wij eraan onderdoor gaan en dan in uitzichtloze ellende verkeren. Maar als we contingentie erkennen en daar weet van hebben, dan kan het zijn dat een kracht van scheppende verbeelding ons optilt en een nieuwe wereld tevoorschijn brengt.

 

Piet Winkelaar – augustus 2021

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*