Feuilleton – 35 – Du vin, du pain, du pindakaas : Uit het oog, uit het hart!

La fête passée, adieu le saint!

Uit het oog, uit het hart!

Nieuwjaarsdag proberen we zo lang mogelijk te rekken om nog maar niet naar Nederland te hoeven rijden. Gelukkig geven de buren ons een excuus door ons al om tien uur ’s morgens te komen halen voor een nieuwjaarsborrel. Verder zijn er natuurlijk altijd de dingen die moeten: het water aftappen tegen het bevriezen, alle stekkers overal eruit vanwege mogelijke bliksemschade, maar ik neem ook de maten op van de ramen zodat ik thuis vast gordijntjes kan gaan maken. In Nederland hebben we als zovelen geen gordijnen, je kunt bij ons gewoon naar binnen kijken. Deze gewoonte kennen ze in Frankrijk echter niet, je hebt minstens vitrage.

Nog meer semi-nutteloze dingen lopen we te doen. Dan komt toch de tijd van afscheid nemen van het huis. Ik moet morgen gewoon weer werken. Nog twee maandjes dan is dat ook voorbij. De tijd zal vliegen en in maart zullen we nog even snel heen en weer gaan om in de woonkamer een plavuizenvloer te leggen, zodat we een droge nette ruimte hebben waar meubilair opgeslagen kan worden.

In Nederland terug hoeft Erik nu niet meer te werken. Ik ben jaloers op zijn vrije tijd. De dozen zijn gearriveerd en hij pakt alvast de niet meer nodige spullen in. En wat is dat eigenlijk veel. Alleen heeft hij daar een ander idee over dan ik. Dit resulteert erin dat ik datgene wat ik nodig heb, helemaal onder in dozen terugvind. Als ik het al terugvind. Zijn logica ontgaat me volledig. Zo zouden volgens zijn lijst de ovenwanten in de doos met winter- en skikleding zitten.

Ook moet ik half januari een nieuw overhemd voor hem kopen omdat hij alleen maar oude kluskleren, (zijn heerlijke nieuwe motto: nooit meer een stropdas), mee naar Frankrijk wil nemen en de rest al aan het Leger des Heils gegeven blijkt te hebben. Nou ben ik niet zo op chic maar het is toch leuk als hij op ons afscheidsfeest kleren zonder gaten of olievlekken kan dragen. Het feest lijkt een beetje voorbarig, maar we vieren het tegelijk met ons koperen samenzijn omdat we over een paar weken te druk zullen zijn met de verhuizing. Verbazingwekkend hoeveel mensen we kennen. Nog verrassender is dat bijna alle tweehonderd genodigden ook komen! En dan blijkt hoe bijzonder de mensen het vinden wat we gaan doen. Veel horen we het woord ‘dapper’. Ik vind er zelf niets moedigs aan, soms begin ik eerder te geloven dat het onbezonnen is. Iedereen heeft zijn best gedaan een toepasselijk cadeau voor in Frankrijk te kopen. Vooral veel boeken. Romans en fotoboeken over Frankrijk, boeken over biologisch tuinieren. De kleine aarde, over zelfvoorziend zijn. Boeken over hergebruik. Fotoboeken over Nederland, als een steekje onder water, omdat wat we gaan verlaten toch ook best mooi is. Het is hartverwarmend en tegelijk ben ik ineens een beetje verdrietig. Het doet me beseffen dat we echt weggaan. Sommige mensen zijn al op leeftijd en zullen we misschien nooit meer zien. Met anderen zal het contact waarschijnlijk verwateren. Voor diegene die het vragen, lanceren we een open uitnodiging; kom gerust eens langs. Wat voor een impact dit zal hebben, zullen we pas deze zomer gaan merken.

Ontnuchterd komen we thuis. Je laat toch wel veel achter. Een paar slapeloze nachten volgen, maar het Franse avontuur roept harder dan de Nederlandse zekerheid.

Terwijl ik de laatste weken bij mijn baas zaken afrond of overdraag, zorgt Erik ervoor dat het huis steeds opgeruimder wordt. Als ons nieuwe huis toch ook eens zo lekker leeg kan blijven. De mevrouw die ons helpt in de huishouding is ook al zo enthousiast. Het huis wordt steeds makkelijker schoon te houden. Of ik haar niet mee kan verhuizen, vraagt ze. Ze zal ons missen als werkhuisje.

Het is half februari en de laatste dag op mijn werk breekt aan. Ook hier tranen, cadeaus, bonussen en beloftes tot het houden van contact. Met een vreemd vakantiegevoel rij ik naar huis. Dit was het dus. Raar. Ben nogal een ‘emodoos’ en ik weet niet of de tranen van weemoed of van geluk zijn. Het is een dubbel gevoel. Thuis vieren we deze laatste werkdag. We maken een paar flessen wijn soldaat. Je moet toch werken aan je toekomstige inburgering in het nieuwe land.

Tussen al het regelen door, besef ik een paar dagen later ineens dat we nu niet meer voor ziektekosten verzekerd zijn. Erik zat vanaf december bij mij in de verzekering, maar nu ik geen werk meer heb en we uiteraard geen uitkeringen hebben, ontbreekt er een belangrijk stuk veiligheid in ons leventje. De meeste verzekeringsmaatschappijen die ik benader kunnen niet voorzien in de vreemde overbruggingssituatie waarin wij zitten en uiteindelijk sluiten we een soort studentenwereldreisverzekering af bij OOM.

Nu ik mee kan gaan helpen met weggooien, opruimen en inpakken gaat het snel. Veel dingen moeten nog geregeld worden. De zegeltjes moeten ingewisseld worden, de airmiles omgezet in handdoeken, de laatste biebboeken moeten teruggebracht en uitgeleende boeken teruggevraagd worden. Langzaam verandert het huis van lekker opgeruimd, naar in onze ogen ongezellig leeg. De makelaar vindt het nog nét gezellig genoeg voor de verkoop, maar meer mogen we niet inpakken. Ondanks de vele bezichtigingen en zelfs open dagen, verkoopt het huis niet. De angst voor de overgang naar de euro schijnt mensen ervan te weerhouden huizen te kopen. Er wordt zelfs voorspeld dat de huizenmarkt gaat instorten. Oké, we kunnen nog altijd alle dozen weer uitpakken hoor. Wel jammer dan van die weggegeven overhemden…

_____________________________

Kijk hier voor alle afleveringen 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*