Ieders leven is te vertellen als een roman

 

‘De verhalen die de anderen over je vertellen en de verhalen die je over jezelf vertelt: welke komen in de buurt van de waarheid? Zijn dat vanzelfsprekend je eigen verhalen? Is iemand voor zichzelf een autoriteit? Maar dat is niet de werkelijke vraag die mij bezighoudt. De werkelijke vraag luidt: is er bij dergelijke verhalen eigenlijk wel een verschil tussen waar en onwaar? Bij verhalen over het uiterlijk wel. Maar als we ons opmaken iemands innerlijk te begrijpen? Is dat een reis waar ooit een einde aan komt? Is de ziel een domein van feitelijkheden? Of zijn de vermeende feitelijkheden niet meer dan de bedrieglijke schaduwen van onze verhalen?’
Pascal Mercier

‘Ieders leven is te vertellen als een roman en ieder van ons is de hoofdpersoon in zijn verhaal,’ zegt Isabel Allende in haar autobiografie. Als we amper op de wereld zijn beginnen we al ons eigen levensverhaal te ‘schrijven’. De transactionele analyse spreekt van het ontstaan van het levensscript. Dat is een onbewust levensplan dat in de kinderjaren wordt opgesteld als reactie op onze opvoeding, door latere ervaringen bevestigd en dan naar een navenant resultaat leidt. Ouder en wijzer geworden merken we maar al te vaak dat we bij het terugkijken ons authentieke ‘manuscript’ beter willen leren kennen. ‘We zijn op aarde gekomen om er een goed verhaal van te maken,’ zei dichter Willem Wilmink, maar ook met een scala aan kwaliteiten en competenties. Het is goed in de fase van de derde leeftijd dat eens met andere ogen te beschouwen, want dan ontstaat er een groeiend verlangen naar harmonie van het hart en een innerlijke behoefte om als een moderne alchimist goud te maken van onze levenservaringen.

Het ontstaan van het levensscript
De manier waarop wij ons bestaan inrichten is het resultaat van vier factoren die onderling samenhangen: onze erfelijkheid, externe gebeurtenissen, het script en onze autonome besluiten. Door de erfelijkheid worden bepaalde eigenschappen door onze ouders en grootouders aan ons doorgeven. Je kunt de ogen van je moeder hebben of het temperament van je vader. Sommige eigenschappen die we geërfd hebben, kunnen ons flink parten spelen. Vooral externe gebeurtenissen sorteren impact op het leven. Dat betreft zowel gelukkige als verdrietige omstandigheden.
Kort na onze geboorte zijn we al begonnen met het schrijven van ons levensverhaal. Toen we amper vier jaar waren hadden we al min of meer ‘besloten’ wat de kwintessens van de verhaallijn zou zijn en toen we nog maar zeven jaar waren stonden belangrijke details van het verhaal al vast. Tot ongeveer ons twaalfde jaar is ons verhaal geregeld bijgesteld op grond van nieuwe ervaringen. Tijdens onze adolescentie kwamen we – als we geluk hadden – in de gelegenheid ons verhaal te herzien door de realiteit van nieuwe ervaringen en opvattingen. Een groot deel van ons verhaal is min of meer onbewust ontstaan. Als we te weinig sjoege hebben van de feiten en gebeurtenissen die ertoe hebben geleid op welke wijze we ons leven indertijd – misschien door schade en schande – hebben vormgegeven dan beknotten we onze authenticiteit.
‘Het script is wat de persoon in zijn vroege kinderjaren van plan was te doen en de levensloop is wat er in werkelijk gebeurt,’ aldus Eric Berne (1910-1970) de grondlegger van de transactionele analyse. Doel van het herschrijven van je persoonlijke manuscript is je vrij te maken van het oude, veelal onbewust ontstane script en meer gebruik te maken van je kwaliteiten en competenties zodat je meer in staat bent autonome besluiten te nemen.
Als we mijmeren over hoe we geworden zijn wie we nu zijn – of zoals we hierboven zagen hoe ons levensscript tot stand is gekomen – dan komen er wellicht diverse beelden en associaties naar boven. Geldend voor ieder van ons is dat we een geheel eigen afkomst hebben en dat de samenstelling van het gezin waarin we zijn geboren en grootgebracht van grote invloed is geweest. Of je er eentje bent van tien of enig kind, welke plaats je had en hoe de onderlinge verhoudingen waren in het gezin kunnen het leefpatroon al vroeg beïnvloeden. Weten we hoe het leven van onze grootouders eruitzag? Welk beroep ze hadden en hoe hun werkzame leven zich heeft ontwikkeld? Weten we ook – als we een laagje dieper gaan – wat voor levensbeschouwing ze hadden, wat belangrijk voor hen was? Waren er ook familietradities zoals een geregelde familiereünie, op zondagmorgen familiebezoek? Herinner je dingen die ze vaak deden of zeiden? Ken je verhalen over hen van je ouders of familieleden?
Weet je je nog te herinneren met welke boodschappen, leidmotieven, motto’s, geboden en influisteringen uit je jeugd je bent groot geworden? Hebben die ook je gedrag beïnvloed en gebeurt dat nu nog? In mijn jeugd was het in veel families de gewoonte dat je als kind nauwelijks iets mocht vragen. ‘Kinderen die vragen worden overgeslagen.’ Als ik vroeg wat we aten, was ‘hussen met je neus ertussen’ of ‘gebakken trapleuningen’ het antwoord. Kinderen mochten ook niet altijd weten waar hun ouders naartoe gingen. Ik kreeg nogal eens te horen ‘naar Bommelskonten, drie uur boven de kippenhemel’ als ik het vroeg. Meestal was het niet als grapje bedoeld, want verdere informatie kwam er niet. Inez van Eijk heeft heel wat van deze dooddoeners en stoplappen verzameld en daar een aardig boekje over geschreven.
Ook de beleving van tijd hebben we tijdens onze jeugd vast en zeker anders ervaren dan we dat thans doen. Kinderen kijken uit naar later en vinden dat de tijd maar langzaam verglijdt. Vaak is hun leventje gevuld met opdrachten en opgaven. In onze tijd hebben ze het gemakkelijker dan vroeger, wordt vaak beweerd, maar of dat werkelijk zo is, vraag ik mij wel eens af als ik de lijstjes bekijk met het aantal ‘moet ik doen dingen’ die op het prikbord prijken. Het ‘je moet je bord leeg eten, je huiswerk maken en je fatsoen bewaren’ zullen heel wat kinderen nog dagelijks in de oren klinken. Uit de verhalen van ouderen blijkt vaak dat ze hun schooltijd niet altijd als plezierig hebben ervaren.
De Engelse schrijver Julian Barnes heeft een bijzondere roman geschreven Alsof het voorbij is. Het gaat over een man die op oudere leeftijd terugkijkt op zijn leven, waarbij hij enerzijds concludeert dat het wel een vreedzaam en rustig bestaan was, maar dat zich ook enkele voorvallen voordeden die hem, bij zijn terugblikken, behoorlijk zijn gaan dwarszitten. Deze roman heeft ook een essayistische strekking die zich vooral richt op thema’s als tijd, geschiedenis en herinnering. Beeldend beschrijft Barnes hoe de verteller Tony zijn schooltijd heeft ervaren. ‘In die tijd zagen we onszelf min of meer als gevangenen in een kooi, wachtend op het moment waarop we zouden worden losgelaten op ons leven. En als dat moment kwam, zou ons leven – en daarmee de tijd zelf – zich versnellen. Hoe konden we weten dat ons leven allang begonnen was, dat er al voordeel was verkregen, al schade was aangericht? En dat we nadat we waren losgelaten alleen maar in een nog grotere kooi zouden belanden, waarvan de grenzen aanvankelijk niet te onderscheiden zouden zijn.’

Lees verder in het boek: In de middag van het leven.

In de middag van het leven is vanaf half december 2013 te verkrijgen in iedere boekhandel van Nederland en België.

 

 

 

 

1 thought on “Ieders leven is te vertellen als een roman

  1. Olga Feenstra Beantwoorden

    Een prachtige uiteenzetting of een soort analyse over tijd en gebeurtenissen enz.
    ik ga het printen en nog eens goed doorlezen als hulp bij mijn eigen herinneringen.

Laat een antwoord achter aan Olga Feenstra Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*