Een oude man die sprookjes vertelt

Alles is waan, mevrouw. Mensen bouwen een waanwereld op. Daar geloven ze in. Maar het stelt allemaal weinig voor. Het zijn dromen, luchtspiegelingen. De werkelijkheid is anders niet te verdragen. Mensen doen gewichtig om te verbergen dat ze niet gewichtig zijn.

Kijk  om u heen, kijk hoe mensen die niets te betekenen hebben, voortdurend bezig zijn met duidelijk te maken hoe belangrijk ze zijn. Er leven miljarden van ons soort exemplaren op de wereld en iedereen denkt het middelpunt van de wereld  te zijn. We zijn druk in de weer, we gedragen ons alsof we verschrikkelijk veel te vertellen hebben en een heleboel te doen. We maken ons van alles wijs en niemand wil voor een ander onderdoen.

U moet eens één dag de kranten lezen, mevrouw, alle kranten, eigenlijk de kranten van het hele wereld. Dan kun je zien hoe chauvinistisch mensen zijn. Hun kranten staan vol van henzelf en wat zij belangrijk vinden. In Amerika staan de kranten vol van Amerika en in Frankrijk staan ze vol van Frankrijk. Hoe kleiner het land hoe duidelijker alles wordt. De verbeelding van het kneuterige land waar wij wonen is alom bekend.

Hoe minder je hebt en hoe minder je bent, des te groter is de drang erover op te scheppen. En dat hoort zo. Dat is goed. Het is de enige werkelijkheid. Het is deze tragiek die maakt wat we zijn. We hebben het nodig, de waan, de verbeelding, de illusie. Het is alles wat we hebben. Mensen zijn wat ze voorgeven te zijn. Dat is een bewijs van de waanwereld waarin we leven. Het is ook een bewijs van de noodzaak daartoe. Mensen bestaan en ze bestaan niet. Ze zijn en ze zijn niet.

Vorige week was ik in Noord Cyprus, mevrouw, door een politiek gordijn gescheiden van het Griekstalige Zuid Cyprus. Naast het Turkstalige Famagusta ligt een stad (Varosha/Maras) waar in 1974 bijna 90.00 mensen woonden waarvan de meesten Griekstalig waren. Die trokken er weg terwijl ze er  al hun spullen achterlieten, want het was tijdelijk dachten ze. Voor de Turkstaligen was het er ook geen leven. Ze stapten op. Er woont nu niemand meer. De huizen, winkels en scholen staan er leeg en verlaten. Bij een flatgebouw zie je de was uit 1974 nog aan de lijn hangen. Binnen moeten de meubels en kasten er nog staan. Militairen bewaken de lege stad, een spookstad met duizenden en duizenden onbewoonde huizen en gebouwen. Al bijna veertien jaar lang. Niemand mag erin. Foto’s maken is verboden. Struiken en bomen overwoekeren de huizen. Op een speelplaats zie je tussen de opgegroeide planten nog het speelgoed van de kinderen uit ’74 liggen. Op de landkaart is de stad geschrapt. Wordt niet vermeld, bestaat niet meer, maar ze is er.Waarheid

Mensen willen de waarheid weten, eerlijk en zonder franje. Maar ze moeten die ook kunnen verdragen zonder kwaad te worden, zonder in opstand te komen, zonder met bonzend hoofd of kloppend hart anderen te beschuldigen van schijnheiligheid en uit te maken voor holle vaten of drukdoende nietsnutten.  Ze mogen zich boos maken om bezuinigingen in zorg en hulpverlening, om politici en bestuurders die voortdurend nieuwe waarheden verkondigen waarin alles beter en goedkoper geregeld worden. Maar daar moet het bij blijven, want dan is er nog macht en onmacht, rijkdom en armoede.

Het kapsones van de mensen is alles wat ze hebben en alles wat ze zijn. Als je dat uit handen slaat, houden ze niets, helemaal niets meer over. En dat kun je mensen niet aandoen, mevrouw. Dat is gemeen en wreed. Ja, de werkelijkheid is een sprookje. Of je kunt beter zeggen, sprookjes zijn de werkelijkheid. Spookachtig soms, maar ook ontroerend. Soms om te huilen. Sprookjes bestaan niet, zult u zeggen. Dat is zo. Maar ze zijn er.

Hij zweeg, de oude man, en wreef met zijn hand vermoeid over zijn  hoofd. Zijn ogen werden groot en glinsterden. Ze keken vragend en bevestigend tegelijk.

Toch?

Het was stil. In de verte startte een auto.

 

Piet Winkelaar juli 2012

 

1 thought on “Een oude man die sprookjes vertelt

  1. Peter van der Bom Beantwoorden

    Beste Piet Winkelaar,

    Ik heb het verhaaltje over “de oude man die sprookjes vertelt” met veel plezier gelezen. Het kwam bij mij binnen.
    Kort en bondig verhaal met een vleugje humor. Knap hoor!
    Ik heb nog veel te leren over het schrijven van blogs en dergelijke maar weer gestimuleerd. Oefening baart kunst. Ik ben al 50 plusser dus alle hoop is nog niet verloren.

    Met vriendelijke groet,
    Peter van der Bom.
    (schoonzoon van Janny Beckman)

Laat een antwoord achter aan Peter van der Bom Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*