Ja baas! Slechts honderd verhalen over leiders (2)

Advies

De CEO van een groot bedrijf worstelde al weken met de strategie van zijn onderneming. Hij had al advies ingewonnen bij verschillende topconsultants. Maar hij kwam er niet goed uit en dat zat hem dwars. Met zijn hoofd vol vragen en zorgen verliet hij zijn kantoor ’s avonds. Hij liet zijn stukken met aantekeningen op zijn bureau liggen.

Toen hij de volgende dag weer op kantoor kwam, zag hij dat iemand had zitten schrijven op zijn stukken. Eerst werd hij verschrikkelijk boos en wilde hij zijn secretaresse opdracht geven om uit te zoeken wie er in zijn kantoor was geweest. Maar toen las hij wat erbij geschreven was. En opeens begon hij te stralen. Wat die onbekende daar had opgeschreven was briljant. Precies wat hij nodig had! Hij voelde zich kilo’s lichter met deze visie op de toekomst van zijn bedrijf.

Zijn secretaresse kwam met het bericht dat er niemand anders in het pand was geweest na zijn vertrek dan een uitzendkracht die werkte voor het schoonmaakbedrijf.

 


 

Management

Drie verpleegkundigen arriveren tegelijkertijd bij de hemelpoort en ontmoeten daar de heilige Petrus. Petrus vraagt aan de eerste: ‘Hoe heb jij je leven besteed?’

Ze antwoordt: ‘Ik was OK-verpleegkundige. Een stressvolle baan en we konden lang niet iedereen redden, maar ik heb altijd mijn uiterste best gedaan.’

‘Kom binnen!’ zegt Petrus vriendelijk en opent de poort.

Ook aan de tweede vraagt hij: ‘En, hoe heb jij je leven geleid?’

Zij antwoordt: ‘Ik heb altijd in een hospice gewerkt. Moeilijk werk en af een toe deprimerend, want ik had natuurlijk altijd te maken met mensen in het terminale stadium. Maar ik heb heel veel mensen kunnen begeleiden in hun laatste dagen en uren.’

En weer zegt Petrus: ‘Kom binnen!’ en hij zwaait de poort open.

Dan vraagt hij aan de derde verpleegkundige: ‘Wat heb jij gedaan met je leven?’

De derde antwoordt: ‘Ik ben jarenlang manager geweest van een verpleegafdeling. Dat betekent dat ik veel uren gemaakt heb, lastige beslissingen heb moeten nemen en lang niet altijd de wensen van mijn medewerkers heb kunnen honoreren.’

Petrus haalt een rekenmachine tevoorschijn en een handboek en staat een tijdje gegevens in te tikken. Dan zegt hij tegen de afdelingsmanager: ‘Ik kan je voor maximaal drie dagen toelaten in de hemel.’

 

 


 

Rijst

Toen de uitvinder van het schaakspel het bord met de figuren toonde aan de keizer van India, was deze zo onder de indruk dat hij zei: ‘Geef mij dat spel en zeg me wat je ervoor wilt hebben.’

De slimme uitvinder antwoordde: ‘Ach keizer, mijn wensen zijn simpel: geef me een rijstkorrel voor het eerste vak, twee korrels voor het tweede, vier voor het derde, acht voor het volgende en zo verder voor alle 64 vakjes, waarbij u steeds het aantal korrels verdubbelt.’

De keizer stemde in met zijn wens, stomverbaasd dat de man met zo’n geringe beloning genoegen nam. Dat dacht hij tenminste.

De volgende dag kwam zijn schatbewaarder lijkbleek bij de keizer binnen en zei: ‘Oh keizer, de beloning van deze man komt uit op een astronomisch aantal rijstkorrels, veel meer dan in vele, vele eeuwen in uw rijk kan worden geproduceerd.’

Teleurgesteld gaf de koning het schaakbord aan de eigenaar terug.

 


 

Bezoek

Zijne koninklijke hoogheid bezocht op een ochtend een klein theehuis. Hij bestelde een omelet. De koning naam plaats op de eenvoudige stoel van het theehuis en werd met ceremonie bediend. De eigenaar verontschuldigde zich voortdurend voor het eenvoudige tafellaken en de simpele inrichting. ‘Heel anders dan de standaard van de koning!’ zei hij.

‘Het is prima zo,’ verzekerde de koning hem. ‘Hoeveel ben ik je verschuldigd voor de omelet?’

‘Voor u, majesteit, is de prijs van de omelet duizend goudstukken.’

‘Wow!’ zei de koning en fronste zijn wenkbrauwen. ‘Eieren zijn kennelijk erg duur hier, is dat omdat ze zeldzaam zijn?’

‘Het zijn niet de eieren die hier zeldzaam zijn,’ zei de eigenaar, ‘het is het bezoek van koningen!’

 


 

Blikrichting

Een jonge, veelbelovende hoboïst kreeg snel na de afronding van zijn opleiding het aanbod om in een landelijk orkest te gaan spelen. Hij was apetrots en vol gezonde spanning ging hij naar de eerste repetitie.

Het viel hem al snel op dat de sfeer in het orkest niet hetzelfde enthousiasme ademde als hij zelf meebracht. Er zaten musici te mopperen of in zichzelf gekeerd te wachten. Er kwamen er ook een paar op het laatste nippertje binnenrennen. De dirigent liep niet over van vriendelijkheid, maar kwam nogal formeel en streng over. Na enkele maten tikte hij af en gaf een trompettist ongenadig op zijn kop. De jonge hoboïst keek nieuwsgierig met de dirigent mee naar achteren, wie het betrof.

In de pauze kwam een oudere collega, een van de koperblazers, op hem af en zei dreigend: ‘Groentje, als je dat nog eens doet, achterom kijken als de dirigent iemand uitfoetert, slaan we je je voortanden uit je mond. In een orkest kijk je niet met de dirigent mee, onthoud dat goed!’

 


 

Buigen

De koning maakte een rijtoer door zijn rijk, omgeven door zijn hovelingen en soldaten. Iedereen boog diep toen de koning langsreed, behalve een asceet die demonstratief rechtop bleef staan. De koning hield stil en liet de asceet bij zich brengen. Hij eiste een verklaring voor het feit dat de asceet niet voor hem boog.

De asceet zei: ‘Laten al die mensen maar voor u buigen. Zij willen allemaal hebben wat u hebt: geld, macht, aanzien. Godzijdank betekenen die dingen niets meer voor mij.’ En hij voegde eraan toe: ‘Bovendien, een vrije man buigt nooit voor een slaaf!’

‘Wat bedoel je?’ riep de koning uit. ‘Noem je mij een slaaf?’

Kalm legde de asceet uit: ‘U bent de slaaf van angst, hebzucht en roem.’ Hij keek de koning recht in zijn gezicht en vervolgde: ‘Ik heb die tot mijn dienaren gemaakt en ben daardoor een vrije man geworden.’

De koning erkende dat het waar was wat de asceet zei. Hij groette hem en ging heen.

 


 

Lege doosjes

De directie van een grote cosmeticafabriek ontving klachten van klanten die een zeepdoosje hadden gekocht dat leeg bleek te zijn. Na onderzoek bleek dat het probleem bij de inpakmachine moest liggen. Om de een of andere reden vulde de machine per honderd doosjes er eentje niet.

De fabrikant van de inpakmachine werd erbij gehaald om het probleem op te lossen, maar die kwam er niet uit. Toen zette de directie een groepje externe ingenieurs aan het werk. Ze adviseerden de directie om een apparaat te installeren dat onafgebroken de transportband zou scannen die de zeepdoosjes vervoerde van de inpakmachine naar de distributieafdeling. Een medewerker achter de monitor moest dan voortdurend in de gaten houden of er een leeg doosje langskwam. Een dure maar afdoende oplossing, zo leek het.

Het apparaat werd geïnstalleerd en de eerste dagen haalde de medewerker regelmatig lege doosjes van de band. Het apparaat stuurde elke dag automatisch een rapport naar de CEO. Op een dag bleek dat het apparaat geen enkel leeg doosje had ontdekt. De CEO ging polshoogte nemen en zag dat er een sterke industriële ventilator naast de transportband stond te blazen. De luchtstroom blies ieder leeg doosje simpelweg van de band af. Navraag leverde hem op dat iedereen het waardeloos werk vond om de hele dag de monitor in de gaten te houden en lege doosjes te verwijderen. Het bleek veel eenvoudiger en goedkoper te kunnen.

 


Enveloppen

Een leidinggevende neemt de taak over van zijn voorganger. Bij diens afscheid adviseert de voorganger: ‘In de bovenste la van je bureau liggen drie enveloppen. Als het nou even wat minder gaat, open dan envelop één. Gaat het nog wat slechter, enveloppe twee, en weet je het echt niet meer, kijk dan in enveloppe drie.’

Vol goede moed en met dit advies op zak gaat de nieuwe leidinggevende aan de slag. Na de eerste euforie rond zijn aantreden lopen de zaken toch wat moeizamer dan verwacht. Dan herinnert hij zich de enveloppen. Hij opent enveloppe één en leest het kaartje dat erin zit: ‘Geef je voorganger de schuld!’.

Met beide handen grijp hij dit advies aan en de opkomende storm gaat tijdelijk liggen. Na verloop van tijd grijpt hij vertwijfeld naar enveloppe twee. Hij leest: ‘Voer een reorganisatie door’. Een plan wordt gemaakt. Iedereen is er druk, druk, druk mee – meewerkend of tegenwerkend. Echt helpen blijkt het niet te doen.

Redelijk radeloos neemt hij enveloppe drie uit de la. Hij trekt het kaartje er langzaam uit en leest het derde en laatste advies: ‘Maak drie enveloppen klaar!’

 


Levensvragen

De tsaar aller Russen bezat alles wat een mens zich maar wensen kon, maar hij wist niet waarvoor hij leefde. Drie vragen kwelden hem: Wat moet ik doen? Met welke mensen moet ik doen wat God van mij verlangt? Wanneer moet ik dat doen?

Na alle wijzen te hebben geraadpleegd, hoorde hij over een boer ergens ver weg die hem misschien een bevredigend antwoord zou kunnen geven. De tsaar ging meteen op reis en na dagen kwam hij op het land van de boer aan. Deze keek nauwelijks op toen de tsaar zich tot hem richtte met zijn vragen. De boer gaf geen antwoord maar ging door met ploegen.

De tsaar werd kwaad en zei: ‘Weet je wel tegen wie je spreekt? Ik ben de tsaar aller Russen.’

Maar ook dit maakte geen indruk op de boer, die doorging met zijn werk. Plotseling kwam een zwaargewonde man het veld op gewankeld. Voor de ploeg viel hij neer. De boer zei tegen de tsaar: ‘Help mij deze gewonde naar mijn hut te dragen.’

‘Ik zal je helpen,’ antwoordde de tsaar. ‘Maar geef je me dan antwoord op mijn vragen?’

‘Straks,’ zei de boer. Samen brachten zij de man naar de hut en verbonden zijn wonden.

‘Zeg je het me nu?’ vroeg de tsaar.

‘Je kunt naar huis,’ zei de boer. ‘Je hebt de antwoorden gehad op je vragen. Wat moet ik doen? Wat op mijn weg komt. Met wie moet ik het doen? Met degenen die aanwezig zijn. Wanneer moet ik het doen? Op het moment dat het zich voordoet.’

 


Uitleg

Een oude koning droomde eens dat al zijn tanden waren uitgevallen. Uiteraard zat hij over deze droom in. Daarom liet hij de volgende ochtend een waarzegger komen om hem de droom uit te leggen. De waarzegger luisterde naar de droom van de koning, dacht een poosje na en kwam toen op hoogdravende toon met zijn uitleg: ‘Uwe hoogheid, de droom betekent dat al uw familieleden zullen sterven en dat u als enige over zult blijven.’

De koning was woedend over de uitleg van de waarzegger en hij beval hem onmiddellijk het paleis te verlaten. Toen liet de koning een tweede waarzegger komen. Ook deze luisterde naar de droom van de koning, dacht een poosje na en riep toen uit: ‘Verheug u, o koning! De droom betekent dat u nog vele jaren zult leven. In feite zult u al uw familieleden overleven! Lang leve de Koning!’ Deze uitleg beviel de koning zo goed dat hij de waarzegger een grote beurs met goudstukken gaf.

Toen de tweede waarzegger het paleis verliet, zei de secretaris van de koning in opperste verbazing tegen hem: ‘Hij vertelde toch eigenlijk precies hetzelfde als die andere waarzegger?’

‘Dat klopt,’ zei de koning, ‘maar het gaat er niet om wat je te vertellen hebt, maar hoe je het vertelt.’

 


 

 

 

Kijk voor alle afleveringen op dit overzicht

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*