De agenda voor de tweede levenshelft

Wij hebben als mens een beperkte tijd van leven en die beperkte tijd kunnen we proberen zo goed mogelijk in te vullen. Onze eindigheid kan ons inspireren om ons leven vorm te geven en ‘niet te dulden dat het op een gedachteloze toevalligheid gaat lijken’ (Nietzsche, Schopenhauer als opvoeder, 179). Peter Bieri laat zien hoe belangrijk het is om goed gemotiveerd te leven. Verborgen verlangens onderkennen en je opvattingen regelmatig herijken, dwangbeelden elimineren en aandacht hebben voor substantiële beslissingen, dat is voor een zinvol leven van wezenlijk belang.

De psychiater Carl Gustav Jung wees er in zijn Keerpunt van het leven (C. G. Jung, 1995) op dat naar zijn bevindingen volwassen mensen doorgaans ‘volslagen onvoorbereid aan hun tweede levenshelft beginnen.’ Jonge mensen hebben tenminste nog opvoeding en scholing om te ontdekken waarin ze zich moeten bekwamen en waarop ze zich moeten richten. Ouder wordende mensen missen zulke scholing en opvoeding. Ze leven gewoon door met hun sterk verouderde programma en melden zich vervolgens depressief bij de psychiater. Voor een zinvol ouder worden volstaat het echter niet om alleen maar terug te blikken, men moet ook vooruitkijken en zich nieuwe doelen stellen.

Het voorstel van Jung levert een uitstekende aanvulling op Bieri’s handwerk van de vrijheid. Wilsvorming is tot op hoge leeftijd van groot belang, al was het maar dat je je niet wilt uitleveren aan de ideologie van het Zwitserlevengevoel. Er bestaan tegenwoordig veel voorstellingen van het ouder worden die voor veel mensen onteigenend werken, hetzij omdat ze oudere mensen per se onbekwaam achten voor zinvolle activiteiten, hetzij omdat ze de oudere mens alleen maar als consument benaderen. We mogen trouwens niet vergeten dat de eigen vrijheid voorwaardelijk is en het hele leven verregaand is voorgeprogram­meerd. In die zin blijft wilsvorming tot op hoge leeftijd van groot belang, al was het maar om de eigen verlangens niet te verloochenen. Ook ouderen moeten er goed op letten dat het leven hun eigen leven wordt. De wil tot een vrijwillig levenseinde bewijst bovendien dat het handwerk van de vrijheid inderdaad een levenslange aangelegenheid is en tot op het laatst belangrijk blijft.

Omdat de wilsvorming dus een wezenlijk onderdeel is van de kunst van het goed ouder worden, zijn substantiële keuzes ten aanzien van een aantal levensstijlen voor de tweede levenshelft van algemeen belang:

 – Teruggetrokken leven of in het volle leven blijven staan?

– Ambitieus, actief werkzaam zijn of gericht op het hier en nu?

– Sober en eenvoudig zijn of leven in welstand en luxe?

– Mild of streng zijn voor jezelf?

– Gefragmenteerd en spanningsvol leven, of min of meer geïntegreerd?

– Worstelen met de eindigheid en bang zijn voor de dood, of leven in gemoedsrust?

Bovendien moeten we zoals gezegd goed in het oog houden dat de reis een bedrieg­lijke metafoor is die het leven al te zeer als een louter individueel project voorstelt. Omdat je je hele leven lang te midden van anderen leeft, is jouw leven vaak ook hún reis en ben je op allerlei reizen eerder een reisgezel. Je deelt in de levensprojecten, waarden en doelen van anderen en bent dan ook voor het bereiken van hún levensdoelen mede­verantwoor­de­lijk. Daarom zou het een heel belangrijke substantiële beslissing kunnen zijn om naarmate je ouder wordt, minder zelfbetrokken en meer sociaal gericht te gaan leven. Je kunt je gaan inzetten voor toekomstige generaties en daarmee voor een betere wereld. Dat kan gaan over je kinderen en kleinkinderen, vrijwilligerswerk, adviseurschap, gesprekspartner voor jongeren, deeltijdwerk in niet-gouvernementele organisaties, enzovoorts.

Ten slotte ben ik er niet zeker van of wilsvorming toereikend is voor een open toekomst, voor een goed leven in de tweede levenshelft, en dus voor goed ouder worden. Wat substantieel heet, is vanuit het perspectief van een ouder wordend iemand misschien niet langer zo substantieel. Het ouder worden gaat niet alleen over wilsvorming, voor een (ander) deel gaat het over het stileren van een zekere gelatenheid. Je staat immers anders in de tijd wanneer je het grootste deel van je leven achter je hebt en nog maar beperkte tijd van leven voor je. Als je meer herinneringen hebt dan verwachtingen, wat is dan je grondstemming? Je kunt wel proberen om je te verzoenen met het verleden, maar dat lukt niet altijd. Je kunt niet bang willen zijn voor de dood, maar het intussen wel zijn. Het komt mij voor dat naarmate je ouder wordt, het belang van substantiële beslissingen afneemt, terwijl het dan veel meer gaat om een bredere, existentiële houding waarin aanvaar­ding, gemoedsrust en loslaten een steeds grotere rol spelen. Kortom: tot de kunst van het goed ouder worden behoren dus waarschijnlijk zowel wilsvorming als vormen van loslaten. Op die manier kan het gebeuren dat de toekomst de echecs uit je verleden op de een of andere ongeplande en onverwachte manier alsnog goedmaakt. Het grootste geluk is dat waarnaar we niet gestreefd hebben, maar dat ons toevalt.

 


Deel uit:

Hoe kunnen wij goed ouder worden?
Joep Dohmen
in:


 

Peter Derkx    Alexander Maas    Anja Machielse

ISBN: 978 90 8850 243 9

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*