13   Het dagelijks leven samen 

Ook voor dit hoofdstuk ben ik uitgegaan van een situatie waarin de partners plannen hebben om te gaan samenwonen. In de interviews en gesprekken is dit namelijk de grootste wens van een niet gering aantal mensen, hoewel het vaak onoverzichtelijk en onmogelijk lijkt. En veel werk en gedoe met zich meebrengt.

Soms willen mensen een omgang waarbij ze niet samenwonen maar wel in hoge mate samenleven. Er blijven dan twee huizen maar het stel is altijd bij elkaar. De situaties zullen echter niet wezenlijk verschillen, alleen het uitgangspunt is anders. In beide gevallen wordt er in ieder geval inzet gevergd en veel praktisch geregel.

Het zal duidelijk zijn dat er aan een geslaagd leven zijn voorwaarden verbonden zijn. Die kunnen van grote waarde blijken in het dagelijks leven. Het meest komt dat tot uitdrukking bij een samenleven onder één dak of iets wat daar heel dichtbij komt.

Maar welk dak? Dat van hem, of dat van haar?  Zijn er in het huis geen belangrijke dingen achtergebleven van de ex-partner? Of waart misschien de geest van de overleden partner er rond? Is het de nieuwe partner zonder meer toegestaan voorstellen te doen om een en ander te veranderen? Onder welke omstandigheden wil het paar samenwonen?

Het lijkt het beste om samen een vers dagelijks leven te gaan creëren in een nieuwe of vernieuwde gezamenlijke woonsituatie. En of dat nu onder zijn dak is, het hare of een nieuw dak voor beiden, dat is om het even.

Het bedenken van en het bouwen aan een dergelijke situatie vraagt om samenwerking en, als de partners het eenmaal eens zijn over de locatie, vindingrijkheid. Veel zal juist gedurende die gezamenlijke voorbereidingen duidelijk worden, terwijl ondertussen de verhouding verder wordt opgebouwd. Dit kan daarom heel leuk zijn, omdat je samen een mijlpaal bereikt en er een grotere mate van tevredenheid ontstaat. Ook is het spannend, omdat het stel op moeilijkheden zal stuiten, tegengestelde belangen een rol kunnen spelen die om openheid, onderhandeling en overleg vragen.

Op deze manier maak je een situatie geschikt om daarin uiteindelijk op comfortabele en bevredigende wijze samen het dagelijks leven te kunnen leiden. ‘Geschikt’ in deze situatie lijkt het bijvoorbeeld om voor beiden een grote of kleine leefruimte in te richten, waar ieder alleen kan zijn met zijn of haar favoriete spullen om zich heen en eventueel alleen kan slapen. Ook een eigen telefoon met een eigen nummer, zodat er privé gebeld kan worden, hoort daarbij. En, als daar behoefte aan is, een eigen televisietoestel. Kortom: privacy. Dus ook eerst kloppen voordat we de ruimte van de ander willen binnengaan. Op deze manier kunnen we nog steeds bij elkaar op bezoek gaan, daarvoor eventueel een afspraak voor maken door elkaar in huis op te bellen. Uit ervaring weet ik niet alleen hoe leuk dat is, maar dat je daarmee condities inbouwt die het dagelijks leven met elkaar mogelijk maken en er vanzelf een bepaalde vorm en een bepaald ritme ontstaan.

In financieel opzicht roepen we bijvoorbeeld een wel of niet bescheiden fonds in het leven, dat hiervoor bestemd is. Ieder draagt naar draagkracht bij, wat een kwestie van rekenen is. Als de een tweemaal zoveel inkomsten heeft dan de ander wordt er, in verhouding, tweemaal zoveel in dat fonds gestort.

Dit alles samen voor elkaar krijgen is niets anders dan blijk geven van het belang dat we aan de omgang met elkaar toekennen. Het getuigt van aandachtigheid en geestigheid. Het is de weerkaatsing van al onze voorbereidingen, al onze aandacht en ons verlangen.

 

Concreet hierbij gaat het over samen slapen ja of nee; het ’s ochtends opstaan; het badderen en aankleden; het ontbijt en de afspraken die er wel of niet gezamenlijk zijn; de individuele bezigheden; het huishouden en de boodschappen. Maar ook over klusjes, gezamenlijke maaltijden, middagrust, avonden, het slapengaan, ziek zijn, kletsen, telefoongesprekken, televisiekijken en vrienden en familie ontvangen en bezoeken. En wat wordt bewaard en wat weggegooid. Er zullen zaken aan de orde komen waarover we eerder nog nooit hebben nagedacht, om de doodeenvoudige reden dat een gezamenlijk dagelijks leven nog niet heeft plaatsgevonden.

Er is veel te zeggen voor een hoge mate van ieder zijn eigen gang gaan. Dit bouwt zich langzaam op en daarom is het aan te bevelen er in het begin, behalve voor praktisch overleg, weinig woorden aan vuil te maken. Laten we eerst eens ondergaan hoe de nieuwe situatie zijn verloop krijgt. Tamelijk vaak blijkt samen slapen in één bed of twee bedden naast elkaar geen succes te zijn. De redenen zijn even eenvoudig als onschuldig: verschillende slaapritmes; de een draait nooit om en de ander wel veertig keer per nacht, wat heel storend kan zijn; een te klein bed; de een wil de ramen open en de ander wil ze juist dicht; snurken, enzovoort.

Het lijkt voor onze generatie nog een taboe om apart te slapen. Niet bij elkaar slapen wordt vaak nog opgevat als een teken dat ‘het niet goed gaat’. Het tegendeel is waar, omdat niet alleen de vanzelfsprekendheden in dit opzicht buiten de deur worden gehouden, maar ook de stampvoeten.

Als het gaat om de persoonlijke hygiëne ontstaan er vrij gemakkelijk irritaties. Die zijn trouwens onvermijdelijk, irritaties, net als kibbelpartijen en meningsverschillen. Maar eerst even die irritaties: juist omdat ze onvermijdelijk zijn, is het raadzaam er geen woorden aan vuil te maken en er direct een gewoonte van te maken de schouders erover op te halen. Want wat is een irritatie in vredesnaam bezien vanuit het perspectief van de eeuwigheid?

Bij kibbelpartijen en verschillen in opvattingen en gewoonten ligt het iets anders, want die vereisen bevestiging van het feit dat het normaal is dat ze voorkomen. Wel vervelend, maar dat moet dan maar. En wat dan nog? Standpunten en meningen kunnen verschillen. Dat gebeurt zo vaak, dus waarom bij partners niet? Maak er niet een al te groot punt van, leg het gewoon uit zoals het is en hou er verder over op. Er zijn dan gewoon twee meningen in huis in plaats van een. Dat verschil kan toch het punt niet zijn?

Volhardende irritaties en meningsverschillen die bovendien steeds om dezelfde redenen terugkeren en toestanden veroorzaken, kunnen worden aangepakt door de situaties waarin ze optreden in het vervolg te vermijden en er iets anders voor in de plaats te brengen.

Het is overigens niet noodzakelijk om een situatie met z’n tweeën te veranderen. Dat kan alleen ook. Als mijn gedrag verandert, zal dat van mijn partner ook veranderen, doordat niet meer wordt bijgedragen aan het in stand houden van de situatie.

Over praktische zaken van huishoudelijke aard kunnen we overleggen of afspraken maken. De een doet dit en de ander dat. Er zijn dingen die nu eenmaal dagelijks of regelmatig moeten gebeuren en voor een zeker ritme zorgen. Maar bovenal: de kabouters rustig hun gang laten gaan en niet mee bemoeien. Na een jaar zal blijken of bepaalde situaties moeten wijzigen of niet.

Er kunnen altijd lastige kwesties ontstaan. Een van de twee loopt bijvoorbeeld over iets te piekeren, heeft het onderwerp wel eens aan de orde gesteld, maar toen leidde het gesprek tot verbazing, onduidelijkheid en onbegrip bij de ander. Misschien wordt er om de een of andere reden getwijfeld. Bijna altijd gaat het om de combinatie van de partners die op bepaalde punten slecht uitpakt. Misschien betreedt men soms – zonder het te beseffen – gevaarlijk terrein en komt men voor onaangename verrassingen te staan. Het komt voor dat we bij god niet weten wat te doen en ons machteloos voelen. Het is vaak een complexe zaak.

Het is een absoluut aan te raden om, vooral in dit late uur, een professionele gesprekspartner te zoeken en, op individuele basis, hierover te praten. Het hoeft geen therapeut te zijn, want er valt niets te genezen (therapie: ‘geneeskunst’, ‘geneeswijze’). We zijn niet ziek, we deugen voor honderd procent; we komen doodeenvoudig in aanraking met dingen in ons leven waar we nog niet goed raad mee weten. Zo’n gesprekspartner is hiervoor opgeleid, heeft de nodige ervaring en wordt ervoor betaald (afhankelijk van de soort zorgverzekering worden deze sessies voor een groot deel vergoed). In het volgende hoofdstuk kom ik hier wat uitgebreider op terug.

 

 

Sophie de Wijn

 

 

 

 

 

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*